Simson 1086-1066
Simson komt uit de stam Dan. Al voor zijn geboorte wordt door een engel voorzegd, dat hij een nazireeër van God zal zijn. Hij mag zijn haar niet afscheren, niets onreins eten en geen alcohol gebruiken.
Simson leidt Israël 20 jaar als rechter. Als de Geest van God over hem komt, is Simson geweldig sterk. Hij brengt de Filistijnen grote nederlagen toe. Maar hij heeft een zwak voor Filistijnse vrouwen.
Rechters 13-16
Simson (“als de zon”) is een zoon van Manoah uit de stam Dan. Ze wonen in tenten in het dal tussen Sora en Estaol. Al voor zijn geboorte wordt door een engel voorzegd, dat hij een nazireeër Gods zal zijn. Dat is een man, die aan God gewijd is. Hij mag zijn haar niet afscheren, niets eten dat onrein is en geen alcohol gebruiken.
Als de Geest van God over hem komt, is Simson geweldig sterk. Maar hij heeft een zwak voor vrouwen. Hij wordt verliefd op een Filistijnse vrouw uit Timna. Zijn ouders vinden het maar niets, maar gaan toch met hem mee naar Timna. Onderweg wordt Simson aangevallen door een leeuw, die hij met blote handen verscheurt. Zijn ouders zijn daar niet bij. Enige tijd later maken ze de reis opnieuw, nu voor de bruiloft. Simson gaat naar de leeuw kijken en ziet een honingraat in het kadaver. Hij eet de honing en geeft ook zijn ouders er van.
Het bruiloftsfeest duurt een week. Simson geeft een raadsel op aan 30 Filistijnse leeftijdgenoten. Door zijn vrouw onder druk te zetten kunnen ze het raadsel raden. Dat kost Simson de weddenschap, hij moet 30 onder- en bovenkleren schenken. Hij gaat naar Askelon, slaat 30 Filistijnen dood en geeft hun kleren aan de Filistijnen in Timna. Hij gaat boos naar huis en zijn vrouw wordt aan de huwelijksgetuige gegeven.
De strijd escaleert en Simson vangt 300 vossen, bindt hun staarten aan elkaar, steekt er een brandende fakkel tussen en stuurt ze de graanvelden en de wijngaarden in. Zo gaat de hele oogst van de Filistijnen in vlammen op. De Filistijnen steken daarop het huis van Simsons vrouw en zijn schoonvader in brand en zij komen om. Daarop wordt Simson woedend en slaat vele Filistijnen dood. Die vallen op hun beurt Juda binnen; de Judeeërs binden Simson vast en leveren hem uit aan de Filistijnen. Maar hij rukt zich los, slaat er met een ezelskaak op los en doodt 1000 Filistijnen.Daarna zijn er weer zwakheden met vrouwen: hij bezoekt een hoer in Gaza en als ze hem willen insluiten, gaat hij er vandoor met de stadspoorten op zijn nek.
Hij begint daarna een verhouding met een andere vrouw, Delila, die hem verraadt. Uiteindelijk biecht hij op, dat hij een Nazireeër van God is en dat hij zijn haar niet mag afscheren. Dat doet Delila dus wél en Simson is zijn kracht kwijt. Hij wordt gevangen genomen en zijn ogen worden uitgestoken. Zijn haar begint meteen weer aan te groeien.Het beekdal Sorek, waar Delila woonde
Op een groot Filistijns offerfeest ter ere van hun god Dagon wordt de blinde Simson er bij gehaald. Hij tast naar de zuilen van het enorme tempelgebouw en bidt God om nog eenmaal zijn kracht terug te mogen krijgen. Dat gebeurt: hij drukt de zuilen omver en duizenden Filistijnen komen om in de puinhopen.
Simson treed 20 jaar op als rechter, tijdens de Filistijnse overheersing. Een vreemde leider, maar toch een Nazireeër van God. Hij had geen voorbeeldig gedrag, maar toch gebruikt de Heer hem om de macht van de Filistijnen te beperken. (zie ook Hebr. 11:32-34)
Bronvermelding:
Afbeelding 1:
Bron: Zaine Ridling, Bible Atlas, Access Foundation. CC BY-SA 4.0Afbeelding 2:
Uit: Christipedia CC BY-SA 4.0Afbeelding 3:
Bron: Bible-History.com, CC BY-SA 4.0