Samuël 1066-1019

Samuël komt uit de stam Levi. Zijn moeder staat hem af aan de Heer, vanaf zijn 4e jaar wordt hij opgevoed door Eli en woont hij bij de verbondstent in Silo.

Vanaf 1066 is Samuël rechter en profeet. Maar de Filistijnen heersen over Israël. 

In 1046 belegt Samuël een volksvergadering in Mispa, om voor de Heer te offeren. De Filistijnen vallen onmiddellijk aan, maar de Heer brengt hen door onweer in verwarring en ze worden verslagen. Samuël richt een steen op: Eben-Haëzer.

Samuël zalft eerst Saul als koning en later David. Als Saul het koningschap gaat uitoefenen trekt Samuël zich terug in Rama.

Lees meer