Opkomst sadduceeën en farizeeën 175-164

Tijdens de regering van de Syrische koningen krijgt het hellenisme steeds meer invloed, vooral tijdens het bewind van Antiochus IV Epifanes. De Joden die wetsgetrouw willen leven, verzetten zich daartegen. Zij willen zich houden aan de Thora, de wet van Mozes, en weigeren de afgodendienst van de overheersers.
Er zijn diverse groepen Joden, die zich organiseren in een soort orden (net als in later tijd bijvoorbeeld de kloosterorden) of gilden. De drie bekendste orden van wetsgetrouwe Joden zijn de farizeeën, de sadduceeën en de essenen*).

sadduceeën
Sadok (rechtvaardige) was een afstammeling van Eleazar, de zoon van Aäron en hij was hogepriester onder de koningen Saul, David en Salomo. Aanvankelijk was ook Abjatar hogepriester, maar omdat hij de opstand van Adonia steunde, werd hij door Salomo uit het priesterambt ontzet (1 Kon.2:27). Daarna is er een onafgebroken lijn van erfopvolging van de afstammelingen van Sadok tot aan Onias III (zie o.a. Ez.44:15). Waarschijnlijk zijn de Sadokieten de oorsprong van de sadduceeën, hoewel er ook andere verklaringen bestaan.

De sadduceeën zijn wetsgetrouw en willen zich strikt houden aan de Thora. De Thora is bij hen ook letterlijk de regel voor de rechtsspraak, hierdoor vallen sommige straffen zwaarder uit (Bijv. “Oog om oog, tand om tand”). Maar de sadduceeën verwerpen de Misjna, het hele stelsel van interpretaties van de wet  en de mondelinge overlevering. Dientengevolge geloven zij niet in de opstanding van de doden en het bestaan van engelen en geesten (in ieder geval vinden zij, dat je dit niet uit de Thora kunt weten. De Here Jezus noemt hen “dwalend”,Mat.22:29).

De meeste aanhangers van deze partij zijn priesters en komen uit de aristocratie. De Sadokieten verwerpen het hellenisme en velen kunnen het in Jeruzalem niet meer uithouden. Zij vluchten naar de woestijn ten westen van de Dode Zee (Qumran en het plaatsje Damascus) en naar Egypte**).

Qumran    De grotten van Qumran

 

Terwijl de Sadokieten in de woestijn zich isoleren en steeds strenger worden in de leer, moeten de sadduceeën, die in Jeruzalem blijven, zich steeds meer aanpassen, zij volgen langzamerhand wél de gewoonten uit het hellenisme. Ze krijgen steeds meer trekken van een politieke partij en proberen invloed uit te oefenen op het regeerbeleid.

Dit is ten tijde van onze Heer Jezus op aarde nog steeds zo. De sadduceeën zitten in het Sanhedrin, maar laten de discussies met de Here Jezus grotendeels aan de farizeeën over. De hogepriester is lid van de orde van de sadduceeën (Hand.5:17).

Sadduceeër. Schilderij van James Tissot.

Na de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel in het jaar 70 n.C. is de partij van de sadduceeën verdwenen.

 

farizeeën
Waarschijnlijk al vanaf het jaar 200 bestaan de chasideeën, die ook nog uit verscheidene groepen bestaan. In 1 Mak.2:42 komen we strijdvaardige chasideeën tegen, die zich aansluiten bij Mattatias, de priester die de opstand van de Makkabeeën tegen Antiochus IV Epifanes is begonnen. Maar er zijn ook chasideeën in Jeruzalem, die proberen vrede te stichten tussen de nieuwbakken hogepriester Alkimus en de verzetsstrijders onder Judas de Makkabeeër. Deze poging moeten zij met de dood bekopen (1 Mak.7:12-17).
De meer strijdvaardige chasideeën zijn waarschijnlijk de groep, die later farizeeën worden genoemd (vanaf 135). Wellicht dat een andere groep chasideeën de voorlopers van de essenen zijn.

De farizeeën erkennen het gezag van de tenach (de wet en de profeten) én van de Misjna. De Misjna is de Joodse mondelinge overlevering van de uitleg van de thora en het commentaar daarop van diverse Joodse rabbi’s. De Misjna is ongeveer in 200 v.C. op schrift gesteld.

De farizeeën geloven in een onsterfelijke ziel, de opstanding van het lichaam, het toekomstige oordeel en het eeuwig leven. Dit alles in tegenstelling tot de sadduceeën (zie bijv. Hand.23:8).

De farizeeën zijn een echte broederschap, het lidmaatschap is erfelijk en een familie is in zijn geheel lid van de orde***). Zij zijn gezaghebbend en zijn vooral populair bij het gewone volk. Toch is de orde nooit groter geweest dan ongeveer 6000 leden. De schriftgeleerden komen vooral uit de broederschap van de farizeeën, maar de meeste farizeeën zijn geen schriftgeleerde.

De naam farizeeër betekent “afgescheidene”. De farizeeën scheiden zich af van de onreinheid van de mensen om hen heen. Zij willen op deze wijze Ezra navolgen (zie bijv. Ezra6:21 en 9:1). Ook scheiden zij zich af van de mensen, die de tienden niet stipt****) betalen. Als farizeeën onderling kopen en verkopen kunnen zij er van uit gaan, dat de tienden al betaald zijn. Maar als zij iets kopen van een niet-farizeeër moeten de tienden alsnog betaald worden. De Here Jezus zegt daarom over hen: “Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten” (Mat.23:4).

Bekende farizeeën in de tijd van de Heer Jezus op aarde zijn Gamaliël, Nicodemus en Paulus.

*) De broederschap van de farizeeën is het eerste ontstaan, daarna  die van de sadduceeën. De essenen zijn nog later ontstaan, ongeveer in 150 v.C. en hebben bestaan tot de verwoesting van Jeruzalem in 70 n.C. Zij scheiden zich af van de andere Joden, die zij als onrein beschouwen en ze nemen ook geen deel aan de verering in de tempel. Ze wonen in de woestijn ten westen van de Dode Zee. Er wordt bij de essenen veel nadruk gelegd op reinheidsrituelen. Ze trouwen niet.
Het is een sterk mystieke sekte met trekken van het Zoroastroïsme (uit Perzië). Het aantal leden is nooit hoger geweest dan 4000.

Eet- en vergaderzaal van de Essenen Ritueel bad

 

**) Na de moord op hogepriester Onias III (2Mak.4) vlucht zijn zoon Onias IV naar Egypte en sticht daar een tempel in Leontopolis in 160, deze doet dienst tot 73 n.C.

***) Paulus is de zoon van een farizeeër, dus zijn zuster is dat ook. Het is dus niet zo vreemd, dat de zoon van zijn zuster hoort van het plan van een groep farizeeën om Paulus te vermoorden (Hand.23:12-22).

****) Mat.23:23: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw...” (Dille en komijn staan aangeplant naast het pad).

 

Bronvermelding:

Gebruikte literatuur:

Naast de literatuur, die vermeld staat op de website, zijn voor dit onderwerp ook nog gebruikt:
--H.Mulder, de Sadduceeën, deconfessionalisering in bijbelse tijden, Buijten en Schipperheijn, 1973
--Alfred Edersheim, Sketches of the Jewish social life in the days of Christ, James Pott&Co, 1881
--George Moore, Christian writers on Judaïsm, Gorgias Press, 2007
--J.van Bruggen, Commentaar op het Nieuwe Testament, deel 5: Het evangelie van Gods Zoon, Kok, 2012.
--Gerhard Friedrich, Theologisches Wörterbuch zum neuen Testament, Band VII, Lieferung 1, pag.35-54, Kohlhammer Verlag, 1960
--Gerhard Friedrich, Theologisches Wörterbuch zum neuen Testament, Band IX, Lieferung 1, pag.11-36, Kohlhammer Verlag, 1969

Afbeeldingen:

Afbeelding 1: https://live.staticflickr.com/216/509724995_826144d534_b.jpg
Afbeelding 2: https://static.miraheze.org/christipediawiki/7/7d/Judea-Wolters.jpg
Afbeelding 3 https://static.miraheze.org/christipediawiki/4/4b/Sadducee%C3%ABr_-_James_Tissot.jpg
Afbeelding 4: https://static.miraheze.org/christipediawiki/9/9f/De_Farizee%C3%ABr_en_de_tollenaar.jpg
Afbeelding 5: https://static.miraheze.org/christipediawiki/e/e7/Essenen_eetzaal_vergaderzaal.jpg
Afbeelding 6: https://static.miraheze.org/christipediawiki/c/c3/Essenen_ritueel_bad.jpg