Nabonidus 556-539

Nabonidus komt uit Haran, ten noordoosten van Aleppo, een centrum voor de verering van de afgod Sin. Hij smeedt een samenzwering tegen de jonge, net geïnstalleerde koning Labashi-Marduk en doodt hem. Daarna wordt hij zelf koning. Hij is een geleerde en niet van koninklijke bloede. Hij is een fanatieke vereerder van de afgod Sin, tot weerzin van de priesters van Marduk in Babel.
In 555 en 553 voert hij militaire campagnes uit in het pas onderworpen Silicië.

Ligging van Haran, Tema en Silicië.
Allen binnen het grote Babylonische rijk.

Direct na deze oorlogshandelingen vertrekt hij voor 10 jaar naar Tema ten noorden van de Arabische woestijn. Wat hij daar doet is onbekend*). De staatszaken delegeert hij aan zijn zoon Belsassar, die daarom in het boek Daniël koning wordt genoemd (in het boek Koningen worden de co-regenten in Juda en Israël ook koningen genoemd).
In 543 keert hij terug in Babel en oefent hij het koningschap weer uit. In 539 wordt Babylonië verslagen door koning Cyrus II van Perzië. Nabonidus wordt door Cyrus mild behandeld.

*) Nabonidus is ziekelijk. Zijn naam komt niet in de bijbel voor, maar wel in een Aramese tekst uit de eerste eeuw: het gebed van Nabonidus. Daarin wordt vermeld, dat Nabonidus een flinke ontsteking had, waardoor hij zeven jaar “verstoten van de mensen” leefde. Er is daarom wel gesuggereerd, dat de geschiedenis uit Daniël 4 (“Nebukadnessar door mensen verstoten”) feitelijk over Nabonidus gaat, maar dat lijkt niet zo waarschijnlijk.

 

Bronvermelding:

Afbeelding:
Bron: B.J.Beitzel, De Grote Bijbelatlas