Juda gaat in ballingschap  586

Tijdens het rechterschap van Samuël vroeg het volk Israël om een koning, dat was rond het jaar 1042 v.C. De HEER voldeed aan hun verzoek en Saul wordt tot koning gezalfd. Bij Sauls inhuldiging houdt Samuël een rede: “Dus: heb ontzag voor de HEER en dien Hem oprecht, met heel uw hart. U hebt immers zelf ervaren welke grootse daden Hij voor u heeft verricht. Maar als u volhardt in het kwaad, zullen u en uw koning te gronde gaan” (1Sam.12:24,25). Inmiddels is het 450 jaar later en Israël en later Juda hebben de afgoden vereerd, het onrecht heerst en de bevolking dient de “godin van de hemel”. De perioden dat het volk de HEER diende waren schaars .

De HEER heeft allerlei profeten gestuurd: alleen al in de laatste 60 jaar waren dat o.a. Nahum, Zefanja, Jeremia, Habakuk, Joël en Ezechiël. Juda heeft niet naar hen geluisterd en daarmee  halen ze Gods oordeel over zich. Zoals de profetes Chulda het in Jeruzalem verwoordde in naam van God: “Mijn toorn tegen deze stad is hoog opgelaaid en zal niet meer doven” (2Kon.22:17).

Het noordelijke rijk Israël is te gronde gegaan in 722 v.C. Nu vergaat het koninkrijk Juda. Jeruzalem wordt verwoest door koning Nebukadnessar van Babylonië in 586 v.C. Maar al eerder waren er deportaties en ook later nog.

 

 

 

 

 

Nebukadnessar valt Juda aan

Groen: Nebukadnessars leger 598-597
Blauw: Nebukadnessars leger 586
Oranje: vluchtroute van Zedekia 586

Chronologisch gebeurt het volgende:
-- 598 v.C. : 3023 Judeeërs  worden naar Babel gedeporteerd (Jer.52:28), waaronder Daniël en zijn vrienden (Dan.1:1-3,6). Koning Jojakim wordt gevangen genomen (2Kron.36:6). Nebukadnessar moet zich tijdelijk terugtrekken om strijd te leveren met de farao van Egypte. Maar hij komt al snel weer terug bij Jeruzalem.

-- 597 v.C. : rond 10.000 mensen worden naar Babel gevoerd (2Kon.24:14-16), waaronder de profeet Ezechiël(zie Ez.1:1-3). Koning Jojachin geeft zich over.

-- 586 v.C. : 832 Israëlieten naar Babel weggevoerd (Jer.52:29). Jeruzalem wordt verwoest en de muur wordt afgebroken, de tempel en het paleis gaan in vlammen op (2Kon.25, Jer.52). Koning  Zedekia wordt gemarteld en naar Babel gevoerd. De hogepriester Seraja en de top van de regering worden vermoord.
Gedalja wordt door Nebukadnessar als gouverneur aangesteld . Hij wordt al snel vermoord door een groepje Judeeërs. De reactie van Nebukadnessar kan niet uitblijven (zie hieronder).

-- 582 v.C. : 745 ballingen naar Babel gevoerd (Jer.52:30). Tevens vluchten rond de 20.000 Judeeërs naar Egypte en ze voeren Jeremia met zich mee (2Kon.25:26, Jer.43:6).

 

 

 

 

 

De route van de ballingen

Alleen de allerarmsten blijven als boeren in het land achter. Ook de top van de geestelijkheid wordt afgevoerd naar Babel.

Er worden aangrijpende klaagliederen gedicht: “De HEER heeft vrouwe Juda in de wijnpers vertrapt” (Klaagl.1:15). Maar toch is er hoop: “Want de HEER verwerpt niet voor eeuwig”(Klaagl.3:31). En het klaaglied eindigt dan ook met een smeekbede aan de HEER: “Breng ons terug bij U, HEER, laat ons terugkeren,...”(Klaagl.5:21).

Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, Rembrandt van Rijn, 1630

 

Bronvermelding:

Afbeelding 1:
Bron: Nebukadnessar valt Juda aan: B.J.Beitzel (red.), Biblica, atlas van de bijbel, 2017
Afbeelding 2:
Bron: De route van de ballingen: B.J.Beitzel (red.), Biblica, atlas van de bijbel, 2017

Afbeelding 3:
Bron:Jeremia treurend: "DSC05638" by Patrick Denker is licensed under CC BY 2.
0