Jehu, koning van Israël 840-814
Jehu is één van de bevelhebbers onder koning Joram van Israël. Hij strijdt tegen de Syriërs in Ramot in Gilead. Daar wordt hij tot koning gezalfd door een profeet, die handelt op bevel van Elisa. Jehu krijgt daarbij de opdracht om het koningshuis van Achab uit de weg te ruimen. Dat doet hij rigoureus en hij doodt tevens koning Achazja van Juda, die nauwe banden heeft met het huis van Achab.
Joab maakt ook een bloedig einde aan de Baälsdienst. Maar de gouden stierbeelden in Dan en Betel blijven staan.
Koning Hazaël van Aram (Syrië) verovert heel het grondgebied ten oosten van de Jordaan.
Jehu is 28 jaar koning. Zijn zoon Joachaz volgt hem op.
2 Koningen 9,10
2 Kronieken 22Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi wordt door één van de profeten uit de profetengemeenschap tot koning gezalfd, in opdracht van Elisa. Hij krijgt een duidelijke opdracht: “Ruim het koningshuis van Achab, waarbij je in dienst staat, uit de weg, want ik wil het bloed wreken van de profeten en van al mijn andere dienaren die door Izebel ter dood zijn gebracht” (2Kon.9:7).
Jehu is één van de bevelhebbers van het leger van Israël en hij bevindt zich in Ramot in Gilead, dat ze verdedigen tegen de Syriërs. Koning Joram is in de strijd gewond geraakt en naar Jizreël gebracht om te herstellen.De andere bevelhebbers in Ramot in Gilead erkennen Jehu onmiddellijk als koning. Jehu rijdt “als een waanzinnige” naar Jizreël en doodt eigenhandig koning Joram met een pijl. Zijn lijk gooit hij op de akker van Nabot, overeenkomstig de profetie van de profeet Elia (1Kon.21). Korte tijd later wordt Izebel gedood en door de honden opgevreten. Ook dat was overeenkomstig de profetie van Elia.
Achazja, de koning van Juda, is op ziekenbezoek in Jizreël en ook hij wordt gedood door de mannen van Jehu. Daarna laat Jehu de nakomelingen van Achab ombrengen door de leiders in Samaria. In Jizreël laat Jehu alle familie, vertrouwelingen, priesters en ambtenaren van Achab ter dood brengen.
Van de residentie in Jizreël trekt Jehu naar de hoofdstad Samaria. Daar doodt hij de hele verdere familie van Achab en het hele verdere hof.
Tevens doodt hij onderweg een groep familieleden en adviseurs van Achazja, die op bezoek gaan om de familie van Joram en Achab in Jizreël te bezoeken (de banden tussen het koninghuis van Juda en van Israël waren steeds sterker geworden).In Samaria laat Jehu via een list alle priesters van Baäl bij elkaar komen. Jonadab, de zoon van Rechab helpt hem daarbij. Alle priesters van Baäl worden gedood, de Baältempel wordt vernietigd en verder gebruikt als mestvaalt.
opgraving van een Baältempel met opgerichte stenen.
De Heer zegt tegen Jehu: “Je hebt juist gehandeld door te doen wat goed is in mijn ogen: je hebt mijn voornemens ten aanzien van het koningshuis van Achab volledig ten uitvoer gebracht. Daarom zullen jouw nakomelingen tot in de vierde generatie op de troon van Israël zitten” (2Kon.10:30).
Maar Jehu brak niet met de zonde van Jerobeam, de zoon van Nebat. De gouden stierbeelden in Dan en Betel bleven staan.Tijdens de regering van Jehu wordt het grondgebied van Israël ingeperkt. Hazaël van Syrië veroverde heel Gilead en Basan. Voortaan was de Jordaan de oostelijke grens van het rijk (zie kaart hierboven).
Jehu sterft en wordt begraven in Samaria, hij is achtentwintig jaar koning geweest. Zijn zoon Joachaz volgt hem op.
Bronvermelding:
Afbeelding 2:
Bron: A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen.