Haggaï 520

Viermaal komt Haggaï met een boodschap van de HEER tot Zerubbabel de zoon van Sealthiël, de gouverneur en tot Jozua (of Jesua) de zoon van Josadak, de hogepriester. Deze vier profetieën spreekt hij uit in het tijdsverloop van nog geen vier maanden.

Toen de eerste ballingen terugkeerden uit Babel, herbouwden zij in het eerste jaar na hun terugkeer het altaar (ongeveer in 538). Kort daarna werden de fundamenten van de tempel gelegd (Ezra3). Daarna is door tegenwerking van de bevolking van het land de bouw stilgelegd en dat is nu al 18 jaar zo.

Fantasie tekening van Haggaï

Haggaï profeteert: “is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen? En dat terwijl mijn huis nog een ruïne is!”(Hag.1:2). Als straf op hun laksheid gaat het economisch slecht en zijn er misoogsten.

Zerubbabel en Jozua en het volk luisteren, en al na ruim 3 weken gaan ze aan het werk. Nog geen maand later is Haggaï er met de tweede profetie: “Houd vol,...houd vol...” De ouderen vinden de luister van deze tempel tegenvallen, maar op den duur zal die nog groter zijn, dan die van de eerste tempel (Hag.2:9).

En na 3 maanden bouwen spreekt Haggaï zijn derde profetie: nu zal er voorspoed zijn, nu geeft God zegen (zie ook Zach.8:11-13).

En op dezelfde dag komt ook zijn vierde profetie: “Ik zal tronen omverstoten en de macht van koninkrijken breken,...”(Hag.2:22). En: “Op die dag zal Ik jou, Zerubbabel, zoon van Sealthiël en mijn dienaar, dragen als mijn zegelring, want jou heb Ik uitverkozen-zo spreekt de HEER van de hemelse machten”(Hag.2:23).

Eerder (in 597) was de zegelring van koning Jechonja (Jojachin) van Juda afgerukt en hij was naar Babylon weggevoerd (Jer.22:24,25). Nu is er weer een vorst in Juda: Zerubbabel, de achterkleinzoon van Jechonja. Hij is het beeld van de komende messias, waarvoor de macht van koninkrijken wordt gebroken; “de heerser over de vorsten van de aarde”(Op.1:5).

 

 

Bronvermelding:

Afbeelding:
Bron: https://static.miraheze.org/christipediawiki/7/7e/Haggai_volgens_Staniland.jpg