Ester 479-464

Men werpt het lot in een mantel.
De HEER bepaalt hoe het valt.
Spreuken 16:33

Koning Xerxes I van Perzië wordt in het boek Ester Ahasveros genoemd. Hij is een machtig man en het Perzische rijk heeft onder zijn koningschap zijn grootste uitbreiding. Het reikt van India tot Klein-Azië, ook Egypte en een deel van Libië maken er deel van uit.

Het Perzische rijk

Hij organiseert een feestelijke bijeenkomst, die wel een half jaar duurt. Alle 127 satrapen en de bevelhebbers van het leger zijn aanwezig. Er zal ook wel overlegd moeten worden, want de Grieken zijn opstandig; maar het is vooral een weelderig feest. Aan het einde van dat half jaar is er een feestmaal, dat een week duurt: albasten zuilen, mozaïekvloeren van edelstenen, gouden en zilveren rustbanken en koninklijke wijn, veel wijn. Het kan niet op...

En dan is er een kink in de kabel. Koningin Wasti heeft haar eigen feestmaal voor de vrouwen. De koning is halfdronken en ontbiedt haar, om aan iedereen te laten zien hoe mooi ze is. Daar heeft ze geen zin in: ze is koningin, geen showmodel.

Om een lang verhaal kort te maken: Koningin Wasti wordt verstoten en na enige tijd *) organiseert de koning, op voorstel van zijn adviseurs (de eunuchen) een schoonheidswedstrijd, die gewonnen wordt door Hadassa, ook wel Ester genoemd.

Ester is een Jodin uit de stam Benjamin. Haar ouders zijn gestorven en haar neef Mordechai, die ouder is dan zij, is haar voogd. Mordechai heeft een belangrijke functie (in de Koningspoort). Hij weet een aanslag op de koning te verijdelen. Dit wordt in de annalen opgeschreven, maar Mordechai krijgt geen beloning.

Daarna wordt de Amalekiet Haman**) bevorderd tot de tweede man in het Perzische rijk. Deze laat er geen gras over groeien: iedereen moet voor hem knielen, als hij langs komt.
Mordechai knielt niet en Haman is woedend. Als hij hoort, dat Mordechai een Jood is, wil hij alle Joden in het hele rijk ombrengen: genocide. Koning Ahasveros geeft hem zijn zegelring, zodat hij wetten kan uitvaardigen in het hele rijk, om de Joden uit te roeien. Deze Perzische wetten kunnen niet worden herroepen. Alle Joden zijn in gevaar, ook in Juda en Jeruzalem.

Xerxes I inscriptie

Maar op welke dag moet dat gebeuren? Geheel volgens bijgelovig gebruik laat hij het lot (het “Poer”) werpen om de dag vast te stellen: het wordt de dertiende dag van de twaalfde maand, de maand Adar (dat valt in maart, zie “Joodse en Christelijke kalender” op de website). Het is nu de eerste maand, Nisan. Er is dus voldoende tijd om alle voorbereidingen in het grote rijk te treffen.

In het hele boek Ester wordt de naam van God niet genoemd, maar Gods hand is duidelijk te merken, als koning Ahasveros niet in slaap kan komen na een feestmaal bij Ester. Hij laat zich de annalen van het rijk voorlezen. Daarin staat, dat Mordechai een aanslag op het leven van de koning wist te verijdelen. De koning wil Mordechai daarvoor alsnog eren en draagt Haman op om Mordechai eervol door de stad te laten rijden.

Diezelfde avond is er een tweede feestmaal bij Ester in het paleis. Ester wijst Haman aan als degene, die haar volk wil uitroeien. Haman krijgt een doek over zijn hoofd: een ter dood veroordeelde mag het licht niet meer zien. Hij wordt opgehangen aan de paal, die hij voor Mordechai had laten oprichten.

Haman als boosdoener aangewezen

Ester krijgt de vele bezittingen van Haman, Mordechai voert daarover het beheer. De zegelring van de koning, die Haman had gedragen, wordt nu gedragen door Mordechai.
Mordechai kan de wet, betreffende de uitroeiing van de Joden niet veranderen; het is immers een wet van Meden en Perzen. Daarom vaardigt hij een tweede wet uit, die de Joden in het hele rijk en in de burcht Susa in staat stelt om zich te verdedigen. Dit mag in het hele rijk alleen op de 13e Adar en in Susa ook op de 14e Adar. De tegenstanders van de Joden (en dat zijn er nogal wat: 75.000) worden gedood.

De Joden vieren feest en blijven dat jaarlijks doen. Zij noemen het het Poeriemfeest, naar het “Poer”, dat is het lot. In het Nederlands heet het daarom ook wel Lotenfeest.

Het Poeriemfeest

Het boek Ester is niet maar een romantisch verhaal, het is de geschiedenis van het volk van Jahweh. De schrijver van dit boek had schriftelijke verslagen van het gebeurde ter beschikking (Est.9:32 en 10:2), daardoor is het historisch betrouwbaar.

De HEER werkt aan de komst van zijn koninkrijk door het Joodse volk te sparen. Onze Heer Jezus zei het zelf tegen de Samaritaanse vrouw: “de redding komt immers van de Joden”(Joh.4:22).

*) Als koningin Wasti verstoten is, verlopen er waarschijnlijk enkele jaren, voordat Ester koningin wordt. Eerst is er de veldtocht tegen de Grieken (zie de tekst bij Xerxes I). De schoonheidsbehandeling duurde ook nog 12 maanden (Est.2:12).

**) Haman wordt een Agagiet genoemd. Agag is een koninklijke titel bij de Amalekieten (Num.24:7). De Amalekieten zijn door de hele bijbel heen de tegenstanders van de Israëlieten geweest. Al eerder stond een Benjaminiet, koning Saul, tegenover Agag, de koning van Amalek. Nu staat de Benjaminiet Ester (gesteund door Mordechai) tegenover de Agagiet Haman.
Maar in de Septuagint heet hij niet Agagiet, maar Bougaios (“bullebak”). De term Agagiet zou dus ook een algemene bijnaam kunnen zijn (en geen afstamming aanduiden).

 

Bronvermelding:

Afbeelding 1:
Bron: https://static.miraheze.org/christipediawiki/3/34/Perzische_rijk.jpg
Afbeelding 2:
Bron: https://search.openverse.engineering/image/d94a0d52-a248-4e29-ae61-a950ecd23468
Afbeelding 3:
Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/0/03/Esther_Denouncing_Haman.jpg
Afbeelding 4:
Bron: https://search.openverse.engineering/image/c588b91c-38dd-4cdc-a0ec-c28c01ee77bb