Elia 872-846
Elia komt uit Tisbe in het Overjordaanse. Hij profeteert tegen koning Achab en kondigt een grote droogte aan. Die duurt bijna drie jaar.
In die tijd moet Elia zich schuilhouden voor koning Achab, eerst bij de beek Kerit en later in Sarefat, bij Sidon. Daar wekt hij een dode op.
Daarna laat Elia koning Achab met alle afgodsprofeten naar de berg Karmel komen. De afgodsprofeten krijgen geen antwoord, maar de Heer antwoord met vuur op het offer van Elia. Daarna worden alle afgodsprofeten door Elia en de zijnen gedood. En dan is er stortregen.
Elia vlucht (voor Izebel) naar de Sinaï, waar God hem verschijnt. Elia moet Hazaël zalven tot koning over Aram, Jehu tot koning over Israël en Elisa tot zijn eigen opvolger.
Elia kondigt het oordeel aan over het huis van Achab. Ook de dood van diens zoon Achazja, kondigt Elia aan.
Tenslotte ziet Elisa Elia in een storm ten hemel varen.
De geest van Elia is ook de geest van Johannes de Doper (Mal.3:24,25; Luc.1:17).
Elia is de vertegenwoordiger van alle profeten. Dat blijkt bij de verheerlijking van onze Here Jezus op de berg (Mat.17:1-13), waar Elia bij aanwezig is.
Elia is één van de grote profeten, een geestelijke reus, al voelt hij zich lang niet altijd zo.
Hij komt uit Tisbe in het Overjordaanse. Zijn naam duidt aan, dat Jahweh zijn God is (“El”, God en “Ja”, Jahweh). Hij treedt op tijdens de regering van Achab en van zijn zoon Achazja.Achab vestigt zijn macht, hij bouwt in Samaria en in Jericho. Hij trouwt met Izebel en versterkt zo de handelsrelatie met Fenicië. Hij houdt vast aan de zonde van Jerobeam, de zoon van Nebat. Hij bouwt in Samaria een Baältempel en richt een Asjerapaal op. Hij groeit in macht én afgoderij...
Dán komt Elia met zijn eerste optreden bij Achab: “Zo waar de Heer leeft, de God van Israël, in wiens dienst ik sta, de eerstkomende jaren zal er geen dauw of regen komen, tenzij ik het zeg.” (1Kon.17:1)Als de droogte intreedt en daardoor ook de hongersnood, wil Achab Elia gevangen nemen. Elia moet zich vervolgens schuilhouden. Eerst verblijft hij aan de beek Kerit en, wanneer die droogvalt, bij een weduwe in Sarefat, bij Sidon. De Heer zorgt voor hem met voedsel, via de raven bij de beek Kerit en later via meel in de pot en olie in de fles bij de weduwe in Fenicië.
Na een kleine 3 jaar moet Elia zijn opwachting maken bij Achab. Achab zoekt hem overal en Elia laat zich vinden door Obadja, de vrome hofmeester. Achab wordt door Elia ontboden op de berg Karmel mét alle afgodsprofeten. Ze komen samen op de Karmel: Achab en vertegenwoordigers van alle stammen van Israël, 450 profeten van Baäl en 400 profeten van Asjéra. Er worden altaren opgericht: één voor Baäl en één voor de Heer. “De god die antwoordt met vuur, is de ware God.” Baäl geeft – natuurlijk – geen antwoord, hoewel zijn profeten dansen, springen en zich verwonden. Maar de Heer beantwoordt het gebed van Elia onmiddellijk met vuur uit de hemel, dat het offer met het hout, de altaarstenen en het erover gegoten water verslindt. De Baälprofeten worden gedood en daarna begint het te stortregenen op het gebed van Elia.
Izebel is hels, als ze hoort wat er gebeurd is. Ze zweert, dat ze Elia zal doden. Elia vlucht naar Berseba in het zuiden, laat zijn knecht achter en trekt, verder zuidelijk, de woestijn in. Zwaarmoedig verlangt hij te sterven, maar een engel geeft hem te eten en daardoor versterkt trekt hij naar de berg Horeb, de berg van God op het schiereiland Sinaï.
De berg Sinaï.
De Heer verschijnt aan hem en Elia komt uit de grot, waar hij verblijft, naar buiten. Eerst is er een krachtige windvlaag, die de bergen splijt, dan is er een aardbeving en daarna is er een vuur. Na het vuur is er een zachte bries en dán slaat Elia zijn mantel voor zijn gezicht: God kun je niet aanschouwen.
Op de klaagzang van Elia en op zijn doodswens wordt niet ingegaan. De Heer heeft opdrachten voor hem: hij moet Hazaël tot koning van Aram zalven, Jehu, de zoon van Nimsi tot koning over Israël en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mechola tot zijn eigen opvolger. “Wie ontkomt aan het zwaard van Hazaël, zal gedood worden door Jehu. En wie ontkomt aan het zwaard van Jehu, zal gedood worden door Elisa.” (1Kon. 19:17)
Elisa wordt de beoogde opvolger van Elia en is nu eerst zijn knecht, hij draagt de mantel van Elia.Twee jaar achtereen is er oorlog met Aram. Daarna begaan Achab en Izebel groot onrecht tegen Nabot uit Jizreël. De maat is vol: Elia kondigt het oordeel aan over het huis van Achab en over Izebel. Maar Achab toont zich berouwvol en de uitvoering van het vonnis wordt uitgesteld tot na zijn dood.
Achab wordt gedood tijdens de derde oorlog met Aram. Zijn zoon Achazja wordt koning en hij gedraagt zich even goddeloos als zijn vader. Als hij door een val ernstig gewond raakt, stuurt hij boden naar Ekron in Filistea om Baäl-Zebub te raadplegen. Elia onderschept de boden en zegt, dat Achazja zal sterven. Achazja probeert Elia gevangen te nemen door soldaten te sturen, maar tweemaal worden ze verteerd door vuur uit de hemel. De derde bevelhebber valt op zijn knieën en verzoekt Elia mee te gaan. Dat doet deze en hij herhaalt zijn voorzegging: Achazja sterft.Elia is aan het einde van zijn aardse taak gekomen. Hij maakt een rondgang langs de profetenscholen en probeert onderweg Elisa kwijt te raken. Maar die laat zich niet wegsturen. Ze steken bij Jericho de Jordaan over en Elia vraagt of hij nog iets voor Elisa kan doen. Hij vraagt een dubbel deel van de geest van Elia: het erfdeel van de eerstgeborene en opvolger.
Elia vaart in een storm ten hemel op vurige paarden en wagens. Elisa ziet het en is nu de erfgenaam.
Het optreden van Elia is als een vast rotsblok, het geeft zekerheid aan hen, die God zoeken. Er loopt een bijzondere lijn van Elia naar Johannes de Doper. Dat begint bij Maleachi, de laatste profeet van het Oude Testament. Het boek Maleachi, eindigt met Elia: ” Voordat de dag van de Heer aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur ik jullie de profeet Elia, en hij zal ervoor zorgen dat ouders zich verzoenen met hun kinderen en kinderen zich verzoenen met hun ouders.”(Mal.3:24,25)
Als 450 jaar later de geboorte van Johannes de Doper wordt aangekondigd door de engel, zegt hij: “Als bode zal hij voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ouders met hun kinderen te verzoenen en om zondaars tot rechtvaardigheid te brengen...” (Luc.1:17, Het is de echo van de woorden van Maleachi).
En onze Heer Jezus zegt zelf, dat de schriftgeleerden het goed hebben onthouden, dat Elia eerst moet komen, voordat de dag des Heeren komt. Elia was al gekomen, namelijk Johannes de Doper (Mat.17:10-13).Bijzonder is , dat Elia nog eenmaal terug geweest is op de aarde. Dat is als de Here Jezus hemelse heerlijkheid ontvangt op de berg. Dan verschijnen Mozes en Elia en gaan in gesprek met de Here Jezus. Zij zijn de getuigen, als de stem uit de wolk klinkt: “Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!”
Bronvermelding:
Afbeelding 2:
Bron: Audry AK , CC BY-NC-ND 2.0Afbeelding 3:
Bron:"File:Elisa ziet de hemelvaart van Elia Geschiedenis van Elisa (serietitel) Theatrum Biblicum Hoc Est Historiae Sacrae Veteris et Novi Testamenti Tabulis Aeneis Expressae (serietitel), RP-P-1976-30-155.jpg" by Rijksmuseum is marked with CC0 1.0