Achazja, koning van Juda 841-840
Achazja is de jongste zoon van koning Joram van Juda. Zijn moeder is Atalja de dochter van Achab van het noordelijke rijk. Achazja doet wat slecht is in de ogen van de Heer.
Koning Achazja trekt samen met koning Joram van Israël ten strijde tegen Aram (Syrië). De slag vindt plaats in Ramot in Gilead. Daar wordt generaal Jehu door een profeet van de Heer tot koning gezalfd over Israël. Hij doodt beide koningen. Achazja sterft in Megiddo,
hij wordt opgevolgd door zijn moeder Atalja, die is nog erger...
2 Koningen 8,9
2 Kronieken 22Achazja is de zoon van koning Joram van Juda en Atalja, de dochter van Achab en Izebel. Al zijn oudere broers zijn door de Arabieren vermoord en Achazja is nog jong, 20 of 22 jaar, als hij koning wordt.
Zijn moeder Atalja is de kleindochter van Omri. Deze nakomeling uit het “huis Omri” drukt haar stempel op het beleid. “Hij (Achazja) deed wat slecht is in de ogen van de Heer, net zoals de leden van het koningshuis van Achab, want na de dood van zijn vader waren zij zijn raadgevers. Dat is zijn ondergang geworden” (2Kron.22:4).Op verzoek van koning Joram van Israël gaat Achazja mee naar Ramot in Gilead om de strijd aan te binden met Hazaël, de koning van Aram. Koning Joram raakt daarbij gewond en gaat naar Jizreël terug om te herstellen. Kort daarna wordt bevelhebber Jehu in Ramot in Gilead tot koning gezalfd en hij rijdt als een dolleman naar Jizreël. Koning Achazja is daar juist op ziekenbezoek. Joram en Achazja proberen snel te vluchten, Joram wordt door Jehu gedood.
Achazja vlucht richting het zuiden en wordt verwond in de buurt van Jibleam, hij sterft in Megiddo*). Hij is maar één jaar koning geweest. Jehu laat Achazja wel in Jeruzalem begraven, omdat zijn grootvader Josafat de Heer diende.
De nieuwe koning Jehu doodt ook de leiders van Juda en de zonen van Achazja’s broers**). Deze leiders en familieleden horen bij de goddeloze “kliek van Omri”, die adviseerde aan het Judese hof.
*) In 2 Kronieken 22:9 staat, dat Jehu Achazja ter dood bracht in Samaria. “Samaria” is waarschijnlijk een korte aanduiding voor het noordelijke tienstammenrijk (of een provincie daarvan), waarvan Samaria de hoofdstad is. Megiddo ligt in die provincie.
**) In 2 Kronieken 22:8 staat, dat Jehu de zonen van Achazja’s broers doodde kort voordat hij Achazja zelf ter dood bracht. In 2 Koningen 10:12-14 staat kortweg “broers van Achazja”. Het zullen wel de zonen van zijn broers geweest zijn, want zijn broers waren door de Arabieren omgebracht (2Kron.22:1).