Het woord `duizend’.

Probleem.

Als we elke keer het woord `duizend’ in het Oude Testament letterlijk nemen ontstaan er problemen. We geven daarvan een paar voorbeelden.

Volgens Numeri 1: 46 telde Israël op het moment van de uittocht 603.550 mannen van boven de twintig jaar. De totale bevolking is dan ongeveer 2,5 miljoen geweest (op z’n minst). Stel dat ze met tien personen naast elkaar liepen toen ze Egypte uittrokken en als iedere persoon een meter nodig heeft, dan was dat een optocht van 250 kilometer. Kan zo’n enorme massa mensen in één nacht Egypte verlaten?

Uit Exodus 33: 10 blijkt dat het tentenkamp van Israël in de woestijn overzichtelijk was. Maar als 2,5 miljoen mensen met hun dieren in een tentenkamp verblijf houden zal de oppervlakte minimaal 50 km² bedragen.

In Numeri 3: 43 staat dat er 22.273 mannelijke eerstgeborenen waren, maar het totaal aantal mannen van boven de twintig bedroeg 603.550; daar komen dan de jongens en mannen van onder de twintig jaar bij en kom je op misschien wel een miljoen mannelijke personen. Die 22.273 eerstgeborenen staan natuurlijk ook voor hetzelfde aantal gezinnen (immers, in elk gezin kan er maar één eerstgeboren jongen zijn). Een snelle rekensom leert dan dat elk gezin 45 zonen moet hebben geteld en daar komen dan nog de dochters bij………….

Dat zijn toch moeilijk voorstelbare zaken!

Mogelijke oplossing.

Geleerden zijn door de bestudering van teksten tot de conclusie gekomen dat het woord `duizend’ niet altijd als (hoofd)telwoord moet worden opgevat. Anders gezegd: het woord `duizend’ kan ook iets anders betekenen.

Het kan namelijk ook `geslacht’ of `eenheid’ betekenen. Vaak komt de betekenis `duizend’ en iets van `eenheid’ gecombineerd voor. Voorbeeld: in Numeri 1: 21 staat dat de stam Ruben 46.500 mannen van boven de twintig telde. Dat kan ook gelezen worden als: 500 mannen verdeeld over 46 eenheden (en elke eenheid kent dan ongeveer 11 mannen). En zo zijn er meer varianten denkbaar, zoals; 46 eenheden (waarvan we niet weten hoe groot een eenheid is) en 500 mannen.

Op grond van bovenstaande mogelijkheden zou Israël t.t.v. de uittocht uit Egypte ongeveer 40.000 personen tellen.

Het spreekt vanzelf dat iets dergelijks ook toepasbaar is als het gaat over de grootte van de legers, de aantallen gesneuvelde soldaten, slaven, gevangenen enzovoort.

Hiermee zijn niet alle vragen en problemen opgelost; wellicht wordt er door geleerden nog meer ontdekt, zodat voor die gebieden waar nog geen sluitende verklaring  gevonden is toch duidelijkheid komt.