Opstand van de Makkabeeën 167

De Makkabese Joodse staat heeft ruim 100 jaar bestaan, van 166 tot 63. Informatie over de Makkabese opstand en regering hebben wij via de boeken 1 Makkabeeën en 2 Makkabeeën. Deze twee boeken zijn beide geschreven in de tweede eeuw voor Christus.
Deze informatie wordt aangevuld met gegevens uit de geschiedschrijving van Flavius Josefus (Antiquitates Judaicae, 94 n.C.) en de Historiën van Polybius.

Het apocriefe*) (of deutero-canonieke) boek 1 Makkabeeën is geschreven in het Hebreeuws, maar alleen de Griekse vertaling is nu nog beschikbaar. In dit boek wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis vanaf Alexander de Grote tot aan het wrede en goddeloze bestuur van Antiochus IV Epifanes. Daarna volgt de opstand van de priester Mattatias en zijn zonen. De geschiedenis wordt beschreven tot en met de regering van Simon en het aantreden van Johannes Hyrcanus in 134. Vele jaartallen worden vermeld, de Seleucidische jaartelling wordt daarbij gebruikt. Deze begint in 312 v.C..

Het boek 2 Makkabeeën geldt ook als apocrief *) (of deutero-canoniek) en is geschreven in het Grieks, door Jason van Cyrene . Hierin wordt het eerste deel van de geschiedenis van de Makkabeeën verteld**), de periode van 180-160.

De opstand uitgelokt
Antiochus IV Epifanes wil, dat in heel zijn rijk de hellenistische cultuur wordt ingevoerd en tevens de afgodendienst aan de Griekse goden. Hij ontwijdt de tempel van Jahweh en plaatst er een afgodsbeeld van Zeus, een “verwoestende gruwel”. Wie geen offers aan Zeus wil brengen, geen varkensvlees wil eten of zijn kinderen besnijdt, wordt gemarteld en gedood.

Een beeld van Zeus op de troon uit 100 v.C.

De vlam slaat in de pan

Modein is een plaats op het platteland, 25 km ten noordwesten van Jeruzalem. Zoals in alle plaatsen komt ook hier een afgezant van de koning om de nieuwe godsdienst in te voeren. Hij wil de priester Mattatias dwingen om aan Zeus te offeren. Deze weigert en als een andere Jood optreedt, die dat wel wil doen, wordt deze door Mattatias gedood. Ook de afgezant van de koning wordt gedood en het altaar wordt omvergehaald.

Daarna trekt Mattatias met zijn vijf zonen, Johannes, Simon, Judas, Eleazar en Jonatan en met ieder die de Heer trouw wil blijven, de bergen in. Ook zijn er, die naar de woestijn vluchten. Zij worden ingehaald door de koninklijke troepen, die op sabbat aanvallen, zodat ze zich (conform hun interpretatie van de Thora) niet kunnen verdedigen. Duizend mannen, vrouwen en kinderen worden afgeslacht.
Daarna gaat Mattatias in overleg en ze besluiten voortaan op sabbat wel terug te vechten, maar niet zelf de aanval te openen (zie ook Pred.7:16: “Wees niet al te rechtvaardig...”).

Bij de groep bannelingen voegt zich een groep Chasideeën***), strijdvaardige Israëlieten, zodat het verzet sterker wordt.

 

Strijd
Korte tijd later sterft Mattatias. De leiding van het verzet komt in handen van zijn derde zoon Judas, bijgenaamd de Makkabeeër (“hamer”). Later worden al zijn volgelingen Makkabeeën****) genoemd.

De Makkabese opstand 167-142

Judas verslaat de commandanten Apollonius en later Seron. Zijn hele verdere leven strijdt hij tegen de Seleuciden. De Makkabeeën gedragen zich heldhaftig en weten menige overwinning te behalen. Omdat er in het rijk van de Seleuciden een voortdurende strijd om de macht is, zijn de Makkabeeën in staat om hun macht steeds verder uit te breiden.
Uiteindelijk bestaat het Makkabese rijk ruim honderd jaar en beslaat het hele Israëlische grondgebied, net als in vroeger dagen.

De uitbreiding van het Makkabese rijk door de jaren heen.

*) “Apocrief” komt uit het Grieks en betekent “verborgen”. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden wij over de apocriefe boeken in artikel 6: “De kerk mag deze boeken wel lezen en ervan leren, voorzover zij overeenstemmen met de canonieke boeken. Zij hebben echter niet zo’n kracht en gezag, dat men door het getuigenis van deze boeken enig punt van het geloof of van de christelijke godsdienst zou kunnen bevestigen; laat staan dat zij het gezag van de andere, de heilige boeken, zouden kunnen verminderen.”
De Rooms-Katholieke Kerk heeft middels een uitspraak op het concilie van Trente in 1546 deze boeken in de canon opgenomen. Ze hebben echter niet hetzelfde gezag als de canonieke boeken en heten daarom “deutero-canoniek”.

**) De martelingen, die op last van Antiochus IV Epifanes bij gelovige Joden worden uitgevoerd zijn in alle gruwelijke details beschreven, bijvoorbeeld in 2 Mak.7. Daarom kent de Nederlandse taal het woord “macaber”, afgeleid van “Makkabeeën”.

***) De Chasideeën worden ongeveer vanaf het jaar 135 Farizeeën genoemd (zie ook de tekst “Opkomst Sadduceeën en Farizeeën”).

****) Officieel heten de Makkabeeën “Hasmoneeën”, naar Hasmon de overgrootvader van Mattatias.

 

Bronvermelding:

Afbeeldingen:

Afbeelding 1: https://live.staticflickr.com/4534/26433506849_30b055d20e_b.jpg
Afbeelding 2: https://static.miraheze.org/christipediawiki/0/0a/Makkabese_opstand_Access-Foundation.jpg
Afbeelding 3: Uit: Biblica, atlas van de bijbel, B.J.Beitzel, 2017