Antiochus IV Epifanes 175-164

Daniël 8:23-25
Daniël 11:21-45
1Makkabeeën 1:11-6:17
Als de Seleuciden door de Romeinen zijn verslagen bij Magnesia, wordt hen de “vrede van Apamea” (188) opgelegd. Eén van de bepalingen in dat verdrag is, dat Antiochus IV als gijzelaar in Rome gevangen wordt gezet. Hij is de zoon van Antiochus III en de beoogde troonopvolger. Hij zit daar 13 jaar gevangen. Als Antiochus III in 187 wordt vermoord, wordt deze daarom opgevolgd door Seleucus IV, diens tweede zoon.
In 175 wordt Antiochus IV als gijzelaar vervangen door Demetrius, de zoon van Seleucus IV.

Eveneens in 175 wordt Seleucus IV vermoord door zijn raadsheer Heliodorus, die daarna optreedt als regent. Maar met behulp van het koninkrijk Pergamum is Antiochus IV in staat om Heliodorus terzijde te schuiven. Antiochus IV heette tot dan toe Mitrades, maar hij verandert nu zijn naam in Antiochius IV met de bijnaam Epifanes (Grieks voor: “hemelse verschijning”)*).

Buste van Antiochus IV Epifanes, Altes Museum, Berlin

Oorlog met Egypte (170-168)
Opnieuw trekt Seleucië op tegen het rijk van de Ptolemaeën, hun aartsvijand, en de Egyptenaren worden verslagen. Antiochus IV trekt op tot in de hoofdstad Alexandrië.
Maar de Romeinen zijn intussen machtig geworden. Zij komen Egypte te hulp en steken met een vloot over naar Alexandrië. De Romeinse consul Gaius Popilius Laenas dreigt Antiochus IV met een oorlog, als hij zich niet terug trekt. Onverrichter zake gaat deze weer naar huis.

Twee veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte (169 en 168)

De Joden

Al tijdens de regering van Seleucus IV ontstaat er toenemende rivaliteit tussen de familie van hogepriesters, de Oniaden, en een andere belangrijke familie, de Tobiaden, die de belastingen innen.
Hogepriester Onias III wil zijn positie bevestigd zien en reist naar Antiochië. Maar als hij daar aankomt, blijkt koning Seleucus IV vermoord te zijn. Enige maanden later is Antiochus IV aan de macht. Deze is Onias III niet terwille, hij verdenkt hem van sympathie voor de Ptolemaeën. Daarom benoemt hij de broer van Onias, Jason, tot hogepriester.

Jason is een groot voorstander van de hellenisering. Jeruzalem gaat Antiochia heten en de inwoners Antiochiërs. Er komt in de stad een gymnasium, een klassieke Griekse school annex sportschool voor aristocraten. Veel Joodse aristocraten proberen hun besnijdenis te verbergen of ongedaan te maken. En de Joden gaan meedoen aan de vijfjaarlijkse spelen in Tyrus...

In 172 probeert het hoofd van de Tobiaden, Menelaüs, om hogepriester te worden. Daartoe biedt hij koning Antiochus IV een grote som geld aan en zo verwerft hij deze felbegeerde functie. Daarmee is het hogepriesterschap een politieke functie geworden! Als hogepriester bevordert hij de verdere hellenisering van Jeruzalem en verhoogt hij de belastingen. In de stad ontstaan opstanden, Onias III wordt vermoord en ook de broer van Menelaüs, Lysimachus (nadat hij de tempelschatten had weggenomen).

Als Antiochus IV in 169 naar Syrië terugkeert tijdens de veldtocht tegen Egypte, gaat hij langs Jeruzalem. Hij plundert de tempel (met hulp van Menelaüs) en betreedt het allerheiligste. Een ernstig vergrijp!

Een jaar later is hij opnieuw op de terugweg van Egypte naar Syrië en gaat dan weer langs Jeruzalem. Jason probeert de positie van hogepriester weer terug te krijgen en is een opstand tegen Menelaüs begonnen. Deze opstand wordt nu de kop ingedrukt en er wordt een garnizoen in de stad gelegerd. De belastingen worden nu verder geïnd door koninklijke ontvangers en niet meer door de hogepriester Menelaüs. Er worden allerlei religieuze veranderingen ingevoerd. In de tempel komt een altaar voor Zeus (Baäl Hasjamaïm/heer van de hemel) te staan (“...een verwoestende gruwel”, 1 Mak.1:54, Dan.11:31), het dagelijks offer wordt afgeschaft en er worden in de tempel varkens geofferd. De besnijdenis wordt op straffe des doods verboden (1Mak.1:48 en 60,61).

Er zijn mensen, die de opgelegde hellenisering toejuichen, vooral in Jeruzalem. Maar de wrede onderdrukking en de goddeloze praktijken, die worden verplicht, roepen steeds meer weerstand op. Duizenden Joden worden vermoord. Uiteindelijk slaat de vlam in de pan in Modeïn, een plaats op het platteland. Van daaruit verbreidt het verzet zich over heel Judea (zie de tekst “Opstand van de Makkabeeën”). Gouverneur Apollonius brengt een groot leger op de been, vanuit Samaria. Hij wordt verslagen en gedood door de Makkabeeën. Ook de Syrische legeraanvoerder Seron wordt verslagen.

Antiochus IV laat een groot leger oproepen en stelt dit onder bevel van Lysias. Maar de schatkist is leeg, hij kan zijn troepen niet betalen. Daarom vertrekt hij met het halve leger naar Perzië en probeert buit te halen in Elymaïs (een landstreek in Elam). Maar de aanval wordt afgeslagen en op de terugweg wordt Antiochus IV ziek. Op zijn ziekbed benoemt hij zijn jonge zoon Antiochus als opvolger en Filippus als regent. Hij draagt hem op de religieuze wijzigingen in Judea terug te draaien, maar daarvoor is het te laat: de geest is uit de fles en gaat er niet meer in.

De landstreek Susiana is hetzelfde als Elymaïs.

Antiochus IV Epifanes is misschien wel de meest goddeloze koning uit de oudheid. Hij sterft in 164.

 

*) De Joden geven hem de bijnaam “Epimanes” (“volstrekt gestoord”), vanwege zijn wreedheden.

 

Bronvermelding:

Afbeeldingen:
Afbeelding 1: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/2f/Bust_of_Antiochus_IV-Altes_Museum_%28Berlin%29.jpg
Afbeelding 2: https://static.miraheze.org/christipediawiki/8/82/Antiochus-IV_campagnes_tegen_Egypte_Access-Foundation.jpg
Afbeelding 3: https://static.miraheze.org/christipediawiki/d/da/Grieks-Macedonische_Rijk_-_verdeling.jpg