Jeremia  627-582

Jeremia is afkomstig uit een priestergeslacht uit Anatot, zo’n 5 km ten noorden van Jeruzalem.

Hij is door de HEER van de volken geroepen om profeet te zijn, ook al wil hij dat eerst niet (Jer.1:4-10). “Nu, op deze dag, geef Ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, te vernietigen en af te breken, of om ze op te bouwen en te planten.” Hij komt met een boodschap van oordeel, maar ook van hoop.Hij profeteert vanaf het dertiende jaar van de regering van koning Josia, daarna tijdens de regering van Jojakim en van Zedekia,  tot vier jaar na de ballingschap. Dat is dus een lange periode van 45 jaar.
Jeremia moet ongetrouwd blijven, dit is een teken, want vaders en moeders en kinderen wacht de dood (Jer.16:1-4).

Zijn profetieën zijn opgeschreven door Baruch, zijn trouwe helper, en wel meerdere malen omdat de eerste boekrol door koning Jojakim is verbrand. De profetieën uit het boek Jeremia staan niet in chronologische volgorde en dat maakt het soms moeilijk om ze te duiden.

Profetie van oordeel

Allereerst moet Jeremia het oordeel aankondigen over de Judeeërs, die de Baäl vereren en de godin van de hemel en nog vele andere afgoden; ze brengen zelfs kindoffers. Ze denken, dat, als ze ook maar offeren aan de HEER, Hij hen wel zal beschermen. God heeft immers een verbond met zijn volk gesloten, dus zal Hij hen redden. “Dit is de tempel van de HEER! De tempel van de HEER...”(Jer.7:4). Verbondsautomatisme.
Maar Jeremia preekt in de tempel: “Ik zal jullie verstoten, zoals Ik jullie broedervolk, het nageslacht van Efraïm, verstoten heb”(Jer.7:15).

De boodschap van Jeremia wordt niet geaccepteerd, zijn eigen broeders uit Anatot zeggen, dat hij met profeteren moet stoppen, op straffe van de dood (Jer.11:21).
Jeremia krijgt stokslagen (Jer.20), wordt met de dood bedreigd (Jer.26) en herhaaldelijk gevangen gezet. Men probeert hem daadwerkelijk om te brengen door hem in een put te laten zakken (Jer.38). Men beschuldigt hem van collaboratie met de Babyloniërs.

Maar Jeremia laat zich niet de mond snoeren. Hij profeteert in felle bewoordingen tegen zijn landgenoten, die afgoden vereren en onrecht plegen. En in nog scherpere bewoordingen profeteert hij tegen de volken rondom hen.
Maar buitengewoon fel is zijn profetie over Babel, hoofdstukken lang. Babel is weliswaar “Gods strijdhamer” , maar de wreedheid en goddeloosheid in Babylonië zijn hemeltergend. De heerschappij van Babylonië zal slechts zeventig jaar duren (Jer.25:11-14 en 29:10-14), daarna zal het te gronde gaan. En zo ging het ook: Nebukadnessar versloeg Assyrië in 609 v.C. (slag bij Karkemis) en in 539 was de heerschappij van Babel ten einde*).

De onheilsprediking en de aanslagen op zijn leven vallen Jeremia zwaar, zijn klacht is opgeschreven: “Waarom moest ik de moederschoot verlaten? Ik heb alleen maar verdriet en pijn, ik slijt mijn dagen in schande” (Jer.20:18). Maar hij blijft op de HEER vertrouwen: “O HEER, mijn kracht en mijn burcht, mijn toevlucht in tijden van nood” (Jer.16:19).

Profetie van hoop
Maar Jeremia mag ook hoop prediken voor een verdere toekomst, God zal het lot van Israël ten goede keren en sluit een nieuw verbond: “Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven”(Jer.31:33). “De HEER schept op aarde iets nieuws: een vrouw maakt een man het hof”(Jer.31:22). De omgekeerde wereld.

Als teken van het toekomstige herstel koopt Jeremia een akker in Anatot, de streek waar hij uit afkomstig is. Hij weet, dat de verwoesting van het land dichtbij is, maar later zal er vrede zijn voor ieder die de HEER dient. “Want dit zegt de HEER: Er zal altijd een nakomeling van David op de troon van Israël zitten”(Jer.33:17).

Anatot heet tegenwoordig Anata en heeft bijna 10.000 inwoners.

De verwoesting van Jeruzalem
Jeremia maakt de verwoesting van Jeruzalem in 586 v.C. mee en dicht dan zijn aangrijpende klaagliederen**). Vol verdriet, maar ook vol hoop.

Na de verwoesting van Jeruzalem wordt Gedalja door Nebukadnessar als gouverneur aangesteld. Maar hij wordt al snel vermoord en de achtergebleven Judeeërs zijn bang voor de wraak van Nebukadnessar. Ze vluchten naar Egypte met 20.000 man en ze nemen Jeremia en Baruch mee. In Egypte blijven ze de afgoden dienen en koningin van de hemel vereren. Als straf zullen ze niet naar hun land terugkeren op een enkeling na.

Judeeërs vluchten naar Egypte

*) In Jer.25:10 heb je de indruk, dat de zeventig jaar, die moet verlopen slaat op de heerschappij van Babel. Dat is de uitleg hierboven. Maar in Daniël 9 lijkt het er op, dat Jeremia bedoelt, dat het 70 jaar duurt totdat de puinhopen van Jeruzalem zijn hersteld. Op het moment, dat Daniël bidt is Babel gevallen en Daniël kijkt uit naar het herstel van Jeruzalem.  De wegvoering van Juda vindt plaats in 586 en de tempel is hersteld in 516. Ook dat is zeventig jaar. Jeremia’s profetie kun je op beide manieren uitleggen.

**) In de Joodse overlevering en ook in de Septuagintvertaling en in de Vulgaat (de Latijnse vertaling) worden de klaagliederen aan Jeremia toegeschreven. Maar in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst komt zijn naam niet voor. De stijl van de klaagliederen verschilt onderling nogal. Het is daarom de vraag of Jeremia ze geschreven heeft. Wel zijn ze kort na de val van Jeruzalem geschreven.

 

Bronvermelding:

Afbeelding 1:
Bron: van Deursen, Schoolatlas voor de Bijbelse geschiedenis. CC BY-SA 4.0
Afbeelding 2:
Bron: CC BY-SA 4.0
Afbeelding 3:
Bron:  B.J.Beitzel, Biblica, Atlas van de bijbel