Jona 784-772

Jona was profeet in Israël aan het einde van de regering van Joas en tijdens de regering van Jerobeam II. Hij wordt genoemd in 2 Koningen 14:25. Ongeveer 13 jaar na het overlijden van Elisa treedt hij op.
Hij is afkomstig uit Gat-Hachefer, dat tussen Nazaret en Kana ligt, in Galilea, op het grondgebied van Zebulon.

Hij voorzegt een gedeeltelijk herstel van het grondgebied van Israël; dit is gerealiseerd onder Joas en onder Jerobeam II.
Nineve (t.p.v. het huidige Mosul in Irak) is de hoofdstad van Assyrië. De Assyriërs zijn een machtig, goddeloos en zeer wreed volk, zij onderdrukten Israël tot zo’n zestig jaar geleden. Jona wil niet meewerken aan hun bekering, hij moet worden gedwongen door de Heer.

Jona wil niet naar Nineve in het noordoosten, maar vlucht aanvankelijk naar Jafo en scheept zich in om te vluchten naar Tarsis (Tartessos) in Zuid-Spanje.

Het verhaal is overbekend. Als Jona in zee is gegooid, wordt hij opgeslokt door een grote vis (of zeemonster), die hem drie dagen later uitspuwt op het land (Jona 2:11). Hij weet het niet, maar hij is het teken, dat de Heer Jezus later zal gebruiken om zijn eigen dood én opstanding te symboliseren (Mat.12:39-41 en Mat.16:4).

Daarna krijgt Jona opnieuw dezelfde opdracht van de Heer: “Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen met de woorden die Ik je zeg.” (Jona 3:1). Nu moet Jona wel gaan, al blijft hij mokken.
Als de bewoners van Nineve zich inderdaad bekeren en de stad wordt gespaard, zegt Jona het ook: “Ik wist het wel: U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.” (Jona 4:2) Het is de echo van Gods eigen woorden aan Mozes (Ex.34:6).

Ricinus communis, de wonderboom, zoals wij die kennen, is een tropische plant, die in enkele jaren in de tropen tot 13 meter hoog kan worden. Er wordt wonderolie uit gewonnen. Hij is nogal gevoelig voor parasieten en schimmels. Of dit dezelfde plant is als bij Jona is onbekend. In één nacht opgroeien is in ieder geval een wonder.

Jona is boos, dat Nineve wordt gespaard en moet door God zelf worden terechtgewezen door het gebeuren met de wonderboom, die in één nacht opgroeit en even snel weer verdort. Jona is opnieuw kwaad, maar God zegt: “Als jij al verdriet hebt om die wonderboom,waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, zou Ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?” (Jona 4:10,11)
Gods liefde is groter dan de haat van de mensen en de wraakzucht van Jona.

Nineve blijft dus gespaard. Assyrië wordt onder Tiglat-Pilesar III een groot rijk, onder zijn opvolger Salmanassar V wordt ook het koninkrijk Israël onder de voet gelopen en worden de Israëlieten gedeporteerd (in 722 v.C.).
Honderdveertig jaar na Jona treedt de profeet Nahum op, die de val van Nineve voorzegt. Dit keer wordt Nineve niet gespaard, het wordt verwoest door de Babyloniërs in 612 v.C..

 

Bronvermelding:

Afbeelding 1:
Bron: van Deursen: schoolatlas voor de bijbelse geschiedenis
Afbeelding 2:
Bron: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Map_of_the_Assyrian_Empire.svg
Afbeelding 3:
Bron: "Ricinus communis" by John Poulakis is licensed under CC BY-SA 3.0