Full 1
PAD VAN HOOP
..."Dit is mijn geliefde Zoon,
in Hem vind ik vreugde."
Full 1

Joodse kalender

In de Joodse kalender begint iedere maand bij nieuwe maan. Een maancyclus duurt 29,5 dagen en Joodse maanden duren daarom afwisselend 29 en 30 dagen. Een jaar bestaat uit 12 maanden, en eenmaal per twee of drie jaar hebben de Joden een 13e maand, Adar2. De indeling is dan als volgt:

Joodse kalender Onze kalender Feest oogst
1.Nisan (Abib) maart/april   15-22 Nisan: Pesach begin gersteoogst
2. Iar april/mei
3. Sivan mei/juni 9 Sivan: Wekenfeest begin tarweoogst
4. Tammoez juni/juli
5. Av juli/augustus
6. Eloel augustus/september
7. Tisjri september/oktober 10 Tisjri: Grote Verzoendag
15-22 Tisjri: Loofhuttenfeest afsluiting van de gehele oogst
8. Chesjvan oktober/november
9. Kislew november/december
10. Tevet december/januari
11. Sjevat januari/februari
12. Adar februari/maart
13. Adar 2 Om de twee of drie jaar

 

 

Dit is de jaarindeling volgens de Thora. De Misjna is de mondelinge joodse toelichting op de Thora. In de Misjna begint het jaar met de zevende maand Tisjri. Hedendaagse Joden volgen dat.

Christelijke kalender

Door Julius Ceasar werd in 45 v.C. de Juliaanse kalender ingevoerd.
Dit was een aanpassing (van de Romeinse versie) van de Egyptische kalender. Deze kalender telde elke 4 jaar een schrikkeljaar. Januari werd de eerste maand van het jaar.

 

In het jaar 525 n.C. (in onze huidige kalender) werd door de monnik Dionysius Exiguus uit Scythia (nu: grofweg Oost Oekraïne en Zuid Rusland) de christelijke jaartelling aangeboden aan paus Johannes I. Deze kalender rekent met de geboorte van de Christus als het eerste jaar. Maar deze monnik heeft zich een paar jaar verrekend: het geboortejaar van Christus valt in het jaar -6 of -5. Dat valt na te rekenen, omdat Herodes de Grote (hoewel hij waarschijnlijk al ziek was) nog leefde toen Jezus werd geboren. Herodes is gestorven in het jaar -4 van onze jaartelling.
Bij deze tijdrekening bestaat het jaar 0 niet. Na het jaar -1 komt het jaar 1.

Portret van Gregorius XIII, Rijksmuseum

 

In 1582 werd door paus Gregorius XIII de Gregoriaanse kalender ingevoerd, als correctie op de Juliaanse kalender. Een tropisch jaar telt namelijk 365,2422 dagen en in de Juliaanse kalender werd gerekend met 365,25 dagen. Dat scheelt 11 minuten per jaar. Om dat te corrigeren heeft de gregoriaanse kalender 3 schrikkeljaren per 400 jaar minder. Daardoor loopt de Juliaanse kalender 7,6 dag per duizend jaar achter.
Geleidelijk werd in heel Europa de Gregoriaanse kalender ingevoerd, het laatste in Rusland en Oost Europa. Sommige oosters-orthodoxe kerken rekenen nog met de Juliaanse kalender: zij vieren Kerst op 7 januari.